‘Brrrr… buiten trainen.’ ‘Wie denkt daar nu aan…?’ Van het prille begin ben ik buiten gaan trainen. Dat geeft een extra cachet aan jouw oefeningen. De mensen die reeds deelnamen aan de stage van begin juni of de zomertrainingen kunnen ervan meespreken: het geeft een extra ruimtegevoel. Voor de zaterdagtraining proberen we eveneens buiten te trainen. Maar nu begint het toch wel kouder te worden. Waar let je dan op als je buiten traint?
Zoek een goede plek en tijdstip
Heb je een tuin of koer, ideaal. Maar zelfs dan is een park of groene zone nog beter. Let er wel op dat je niet gestoord wordt. In het begin is het vaak nog wennen aan mensen die met hun hond komen wandelen en vragen komen stellen ( of besnuffelen). Gaandeweg word je gewoon onderdeel van de omgeving voor die mensen. Als ik ga, sta ik er vroeg.
Kleed jezelf in laagjes
Zorg voor goede kledij. Maar doe liever iets aan lagen: t-shirt, overshirt (lange mouwen), dunne pull, sportvest (of outdoor) handschoenen, goede kousen. Wanneer de vriestemperaturen naderen, voorzie je met een muts, extra pull en paar kousen, thermisch ondergoed,… Spelregel: als je ’t warm krijgt, speel je iets uit. Krijg je ’t koud, doe terug iets aan.
Zorg voor een kleine opwarming
Dat lijkt logisch. Ondertussen ken je wel enkele trucs van in de les.
Oefen diep
Als je bij de oefeningen let op ‘ontspannen van schouders en bekken’ en ‘diepte van de stand’, dan krijg je ’t ook wel warm.
Warm leren krijgen is nu net de bedoeling van buiten trainen. In de winter is het leuk om te ervaren dat je warme handen krijgt. Dat laat ook zien dat je goed bezig bent. (Zo heb je ook nog spijt dat het uiteindelijk terug zomer wordt…) Veel plezier.
Groet,
Steven